Uitgeverij Lemniscaat
ISBN 9789047706267
Omvang ?? pagina’s
Joe & ik (2014)
Het is de laatste magistrale zet van Joe, als hij weet dat hij ten dode is opgeschreven: met zijn zoon Woelie op reis gaan. Om elkaar te leren kennen. Om Woelie op eigen benen te zetten. Om afscheid te nemen.
Maanden later schrijft Woelie hun verhaal op. Zoekend naar het juiste begin spreekt hij de lezer direct aan en zuigt hem zijn ontroerende verhaal in.
Woelie zat al maanden thuis toen zijn vader ziek werd. Omdat dat makkelijker was dan naar school gaan, waar hij voor de zoveelste keer iets uit te leggen had. Jaren eerder werd zijn moeder in een inrichting opgenomen, en sinds die tijd runt hij samen met zijn pa Joe een typisch mannenhuishouden, waarin meer wordt gezwegen dan gepraat.
Thuis staart Woelie hele dagen naar een dvd met treinreizen door Europa en houdt de rest van de wereld buiten de deur. Alleen zo kan hij zich staande houden. Tot het noodlot toeslaat. Tijdens een laatste onvergetelijke Rail Away-tour door Europa wordt de
verbondenheid van Woelie en Joe steeds groter. En terwijl ook het afscheid dichterbij komt, leren ze zichzelf, elkaar en de wereld kennen.
Video
Bekijk hieronder hoe Bob van der Houven, de stem van Rail Away, voorleest uit Joe & ik. Rail Away speelt een belangrijke rol in het verhaal.
Leesfragment
Tok. Dat appte pa me. Drie letters. Tok.
Het water liep me meteen in de mond. Ik ging weg bij m’n vaste plek bij het raam. Ze was er niet. Mijn buurvrouw. Wat deed ze zo lang van huis?
Maar tok, dat was bijna net zo goed als loeren naar haar.
M’n sleutels hadden zich weer eens ergens verstopt. Ze zaten niet in de deur, lagen niet op tafel, ook niet onder de krant, ze zaten niet in mijn broekzakken, niet in mijn jas. Ik moest opschieten. Als pa, Joe dus, tok appte, dan was er geen tijd te verliezen.
Ik hoefde niet naar buiten te kijken om te weten dat het al schemerig was. De schemering maakte van de harde lijnen van de werkelijkheid een zachtere versie, hanteerbaar. Als houtskool op een tekening. Uitveegbaar. Een fijn moment op de dag.
Kon ik de deur gewoon dichttrekken? Zou die ouwe wel een sleutel bij zich hebben? Ik stuurde hem een appje en Joe stuurde als antwoord een smiley terug.
Dus trok ik de deur dicht en sjeesde de trap af. Ik wacht te achter de voordeur, haalde even diep adem. Niets aan de hand, dacht ik, relax. Ik stapte naar buiten. Dicht bij de huizen blijven, capuchon op, doorlopen. Over vijf minuten zou ik weer ergens binnen zijn. Tok.
‘Ah Woelie,’ zei pa, ‘ben je er al?’
‘Nee,’ antwoordde ik, ‘ik zit nog thuis, zie je toch?’
Hij grijnsde. Ook al had hij de winkel al jaren, het bleef een raar gezicht, zijn lijf achter een toonbank. Als hij en die toonbank kleuren waren, dan vloekten ze.
‘Nog wat verkocht?’
Hij wees op een bak met telefoonhoesjes. ‘Alles vijf euro,’ zei hij, ‘voor jou gratis.’
Ik liep ernaartoe. Er zaten voornamelijk zwarte en bruine hoesjes in, in verschillende maten, sommige met uitsparingen in het leer, andere van doorzichtig plastic, een enkel donkerrood mapje.
Ik stak mijn hand ertussen en keek hoe diep hij de bak inging. Bijna tot waar mijn duim begon, bij dat zachte lelletje. ‘Leer?’
‘Voor de klanten wel.’
Ik pakte er een en rook eraan. De geur van nieuw, op elkaar geperst plastic.
‘Zullen we? Ik heb trek en ze gaat bijna dicht.’
Ik knikte. ‘Haal jij?’
‘Ja.’ Hij liep naar buiten. Een beetje moeizaam, viel me op.